Vandaag plaatste iemand op de facebookgroep Old Rotterdam een foto uit de jaren 60 van de Dumasstraat in Lombardijen. Die komt me vertrouwd voor, want ik woonde om de hoek in de Voltairestraat en liep elke dag vier maal langs het rijtje winkels van en naar de Platoschool aan de Catullusweg.
In de Dumasstraat haalde mijn moeder de dagelijkse
boodschappen, hoewel ook de winkels aan de Spinozaweg en die van de
Woestijnestraat werden aangedaan. Op de hoek was drogisterij Zaan gevestigd,
daarnaast zat kapper Lammers, gevolgd door sigarenmagazijn van der Hoek, supermarkt
Vaandrager, slagerij Büscher, de Vivo, de groenteboer, ik weet helaas geen naam
meer, en bakker Kooij.
De herinneringen buitelen over elkaar heen. Ik zie mijn zus weer staan op de hangplek achter de winkels waar zij en haar vriendinnen de zoon van de kapper en die van de slager meestal in de vroege avond ontmoetten. Soms mocht ik erbij maar ik verveelde me al gauw. Ze maakten grapjes en flirtten met elkaar in een taal die ik nog niet verstond.
De herinneringen buitelen over elkaar heen. Ik zie mijn zus weer staan op de hangplek achter de winkels waar zij en haar vriendinnen de zoon van de kapper en die van de slager meestal in de vroege avond ontmoetten. Soms mocht ik erbij maar ik verveelde me al gauw. Ze maakten grapjes en flirtten met elkaar in een taal die ik nog niet verstond.
Mijn broer en ik kregen wekelijks een dubbeltje snoepgeld. Over hoe dat te besteden werd altijd lang nagedacht. Welke winkel zou het worden. Vaandrager had een aantal bakken staan met filmsterrenkauwgom, bazooka, salmiakdop, schuimblokken, lollies en dropveters. Bij de sigarenboer kon je rolletjes drop kopen. Ik geloof dat ik meestal drop of een schuimblok nam. Ook bij de bakker was iets naar je gading te vinden. Je moest buitenom naar de bakkerij achter de winkel. Daar bakte de bakker brood en koekjes en maakte hij gebakjes. Soms, als je geluk had, mocht je een poosje blijven kijken naar hoe hij dat deed. Dat was leuk. Gebroken koekjes werden weggegooid. Alleen kinderen kregen voor een dubbeltje een zak koekkruimels mee.
Op een dag hingen er nieuwe automaten tussen de slagerij en de Vivo. Ze waren anders dan de sigarettenautomaten naast de sigarenboer waaruit we wel eens een pakje voor onze vader kochten. Achter een rij glazen deurtjes lag allerhande snoep. Toen at ik de eerste chips, voor een kwartje. Zout zat apart in een blauw papiertje onderin het zakje.
Bakker Kooij heeft nog lang mijn klandizie gehad. Vele jaren
later, toen ik met man en kinderen in Barendrecht woonde, haalde ik bij een
verjaardag nog wel eens de fameuze marsepein met slagroomgebakjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten